Uw zoekacties: Huis Bergh, (828) 1227-1842

0214 Huis Bergh, (828) 1227-1842 ( Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers )

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de datering, omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere. Als de datering jaartallen tussen haakjes bevat, betekent dat dat er zich stukken in het archief bevinden die buiten de datering van het 'archiefblok' vallen.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1.1. Voorwoord
1.2. Geschiedenis van het archief
1.3. Toelichting tot den inventaris
Inleiding 1932
2.1. Voorwoord
0214 Huis Bergh, (828) 1227-1842
2. Inleiding 1932
2.1.
Voorwoord
Organisatie: Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers
Aan den Oostelijken zelfkant van ons land, ten Noorden van den Rijn, ligt als een molshoop in de Rijnvlakte een beboschte heuvelgroep. Het zijn de Berghsche heuvels. Aan de Noordzijde, die van Laag-Keppel en Doetinchem, rijst de heuvelreeks op uit de vlakte, die sedert eeuwen onder den naam van Lymers bekend is. In het Zuiden eindigt zij abrupt ter plaatse waar het fraaie Stiftskerkje van Elten den laatsten heuveltop siert en tot ver in den omtrek den bewoners een baken is.
Van af iederen vrijen top van dit geheel op zich zelf staande heuvelland kan de wandelaar genieten van een heerlijk uitzicht over de omringende bebouwde vlakten. Eens waren het uitgestrekte moerasstreken, onderhevig aan telkens terugkeerende watervloeden, teweeggebracht door den stroom, die, de eeuwen door, is geweest de groote verkeersader van West-Europa, den "Vader Rijn". Het lijkt niet gewaagd aan te nemen, dat de heuvelreeks, aan dien verkeersweg gelegen en veiligheid biedende tegen hoogen waterstand, voor menschen tot verblijf en toevluchtsoord heeft gediend, zoolang er in deze streken menschen hebben gewoond.
Diepe groeven in den vorm van loopgraven op vele plaatsen over het bosch, meest van Oost naar West loopend, waarvan het ontstaan en de beteekenis nog niet zijn vastgesteld, doen het werk van menschenhanden in zeer vroegen tijd vermoeden. Uit later eeuwen zullen dateeren de ertssmelterijen aan den voet der heuvels, waarvan de vele vindplaatsen van slakken getuigen.
Van de toppen der heuvels kan men het oog in 't Noorden laten weiden over den "Gelderschen Achterhoek", de vroegere gouw Hamaland. In 't Westen aan den horizon is het de geheele zoom der Veluwe, die zich ontvouwt, en van het Westen tot ver in het Zuiden kan men eene bijna onafgebroken heuvelreeks volgen, die, beginnende bij het oude Noviomagum en Valkhof, over Ubbergen en den Reichswald met de silhouet van den Zwanentoren van den Kleefschen burcht, over Monterberg en Calcar zich voortzet tot den Fürstenberg bij Xanten. Het is een gedeelte van den Romeinschen Limes, die zich langs den Rijn uitstrekt, en die aan den gezichtseinder in 't Zuiden eindigt daar, waar eens de Romeinsche legerplaats Castra Vetera was. Deze lag tegenover den weg, die toegang geeft tot het Westfalenland, het dal der Lippe.
Langs dezen weg zal Varus met zijne legioenen zijn noodlot in de streken van het Teutoburgerwoud zijn tegemoet gegaan; vandaar zal Karel de Groote tegen de Saksers onder Wittekind zijn opgetrokken en te vuur en te zwaard het Christendom hebben gebracht; vandaar ook heeft zich in de 11e eeuw de cultuur uit Gallië voortgeplant, die, op Duitschen bodem tot ontwikkeling gebracht, aan dit land o.m. de heerlijke voortbrengselen van Romaansche bouwkunst tusschen 1000 en 1250 heeft geschonken.
Op het Zuidelijk uiteinde der Bergsche heuvelreeks ligt, als reeds gezegd, het schilderachtige Romaansche kerkje van Hoog-Elten. Onderzoekingen, in 1913 en 1914 verricht door Prof. Dr. Constantin Koenen, van Bonn, hebben, wanneer dit nog noodig ware geweest, uitgewezen, dat deze heuveltop (die wederom in de oorlogsjaren 1914-1918 door de Duitschers tot eene sterke stelling werd uitgebouwd) door de Romeinen bezet was, en aldus diende als een bruggehoofd aan de Noordzijde van den Rijn.
In de Middeleeuwen is Elten een punt van beteekenis gebleven.
Otto I, de groote Keizer uit het Saksische huis, en één der grootste figuren uit de Duitsche geschiedenis, gaf in 973 het charter uit tot bescherming van de abdij van Elten. Aan Elten is verbonden de geschiedenis van den strijd van Balderik en Adela. Wat er van het abdijgebouw overbleef, is helaas in de vorige eeuw verdwenen.
Aan het Noord-oosteinde der heuvelreeks verrijst een door een droge gracht en twee wallen omgeven heuvel. Hij wordt Montferland genoemd en is blijkens de in 1918 door Dr. J.H. Holwerda gedane onderzoekingen te rangschikken onder de laat-Saksische walburgen, waaronder ook de Hunneschans op de Veluwe en de Hunenborg in Noord-Twenthe behooren. Even Oostelijk van Montferland ligt de z.g. Galgenberg, ook vermoedelijk eene plek van historische waarde.
In deze streek, rijk aan historische herinneringen, heeft zich in de Middeleeuwen een vrijwel onafhankelijke heerlijkheid gevormd onder de Heeren, later Graven van den Bergh. Het geslacht is terug te voeren tot in die vroege eeuwen, waarvan uiterst weinig oorkonden bestaan, en waarvan de geschiedenis grootendeels in het duister ligt.
De volksverhuizing had hier de Saksers gebracht. De Frankische koning Karel de Groote had hen onderworpen en met het zwaard het Christendom verbreid. Over Hamaland heerschte het geslacht der Brunharingen. Of nu de heeren van den Bergh gesproten zijn uit dit geslacht, of zij afkomstig zijn uit het Westfalenland, waarvoor ook aanduidingen bestaan, of dat er nog een andere oorsprong is, ligt in het duister.
Ook is onbekend, of zij in vroegen tijd op Montferland of elders hebben gezeteld en zich daarna hebben gevestigd ter plaatse waar thans, om den Duitschen term te gebruiken, de "Wasserburg" Huis Bergh ligt. De eeuw, waarin deze "Wasserburg" is aangelegd, is evenmin te bepalen. Vermoedelijk zal deze oorspronkelijk den vorm van een ronde aarden walburg hebben gehad, gelegen in het lage land en beveiligd door moeras en grachten. Uit de omringende palissadeering zal een steenen muur zijn gegroeid, en zullen daarbinnen geleidelijk steenen gebouwen zijn verrezen.
De aanleg van het kasteel Bergh toont dezelfde grondtrekken als die van de belangrijke Westfaalsche Wasserburgen: Burgsteinfurt, Darfeld, Visschering. De hoofdburg was oorspronkelijk in plattegrond nagenoeg rond. Daarnaast bevindt zich een wellicht later ontstane voorburg, die toegang tot den hoofdburg geeft en op zich zelf door omringende grachten beveiligd is.
De eerste oorkonde, waarvan met vrij groote zekerheid is aan te nemen, dat daarin een lid der familie voorkomt, is een charter van 1064, waarin Constantinus de Melegarde de advocatie der kerk van Zutphen van den Bisschop van Utrecht ontvangt. Ook bezaten de heeren van den Bergh de advocatie der kerk van Emmerik, welke zij tot 1237 behielden.
Sindsdien groeiden de macht en het bezit der heeren van Bergh verder uit. In 1348 verkregen zij de heerlijkheid Bylandt en Pannerden. Later Homoet, Hedel, Wisch (ten deele), Spalbeek, Haps, Boxmeer, Stevensweert etc.
In 1376 begiftigden zij 's-Heerenberg met tolrecht, in 1379 met stadrecht; van toen zal de zware ringwal om kasteel en stad dagteekenen. In 1486 verhief Keizer Frederik III Oswald van den Bergh tot Rijksgraaf. Daarmede verkregen de heeren van den Bergh eene positie als leden van het Heilige Roomsche Rijk.
De eeuw van renaissance en reformatie heeft een eind gemaakt aan leenstelsel en middeleeuwsche verhoudingen. In den bewogen tijd van den 80-jarigen oorlog streden de Graven van den Bergh aan Spaanschen kant, en bleven der Moederkerk getrouw, en bij den Vrede van Munster in 1648 werd het graafschap Bergh definitief een onderdeel van de Republiek der Vereenigde Nederlanden.
Met Oswald III stierf in 1712 de laatste mannelijke telg van het geslacht der graven van den Bergh en ging het bezit langs vrouwelijke lijn over aan het Huis van Hohenzollern-Sigmaringen. Tot 1912 bleef het Huis Bergh, met een deel der daaraan verbonden bezittingen en rechten, in het bezit van dit geslacht.
Alle eigendommen in Gelderland (uitgezonderd die in de gemeente Bergh), Limburg en Brabant, Bergen op Zoom en Dixmuiden, zijn de een na den ander, reeds vroeger verkocht of verloren gegaan.
De machtige middeleeuwsche kasteelen van Ulft, Hedel, Boxmeer en Nyenburg zijn door oorlogsgeweld of menschenhand gesloopt; de Bylandt aan de Waal is door dien stroom ondergraven en weggespoeld;
Dixmuiden, waarvan slechts de naam nog aan het Huis Bergh verbonden was, is in de oorlogsjaren 1914-1918 tot puin geworden;
het Markiezenhof te Bergen op Zoom en het kasteel Well in Limburg, die ook een stuk Berghsche geschiedenis vormen, bleven bewaard.
Het Huis Bergh, dat nog ten deele zijn karakter van "Wasserburg" behield, is het eenige der nog aan het bezit verbonden kasteelen, en heeft een groot deel der archieven tegen verstrooiing weten te behoeden. Alles op aarde is vergankelijk.
De geschiedenis der heeren van den Bergh en van hun gebied werd in de jaren 1842-1844 met de inventarisatie van het archief geschreven door Mr. Tadama. Het bleek na 1912 wenschelijk het archief opnieuw te ordenen en naar nieuwere opvattingen te doen beschrijven. Voor dit doel werd door Prof. Mr. R. Fruin aanbevolen Mej. Louise Sormani.
Zij werd aangesteld en heeft van 1916-1921 hare beste krachten aan het werk gewijd. Daarna werd zij tot andere levensplichten geroepen en vervangen door Jhr. Mr. W.G. Feith. Deze heeft in Den Haag het werk tot aan zijn te vroegen dood in Maart 1924 voortgezet. In September 1924 werd Mr. A.P. van Schilfgaarde met de wederopvatting der taak belast. Hij heeft met toestemming en medewerking van den Rijksarchivaris in Gelderland, Jhr. Mr. A.H. Martens van Sevenhoven, zijn werk aan het Rijksarchief te Arnhem kunnen verrichten en daarbij mogen profiteeren van diens gewaardeerde raadgevingen, en de medewerking der heeren Jhr. Mr. D.P.M. Graswinckel, Dr. A.J. van de Ven, en Dr. J.S. van Veen. Aan allen worde een woord van oprechten dank gebracht voor haar en hun aandeel in het werk en den daarbij ondervonden steun.
In de negen lijvige boekdeelen, waarvoor deze regelen een bescheiden voorwoord vormen, heeft Mr. van Schillgaarde naar oorkonden, briefwisseling en andere archivalia een stuk geschiedenis vastgelegd, belangrijk voor de streek, belangrijk ook voor gewest en land.
Aan den onvermoeiden en systematischen werker, aan den archivaris en den historicus, die thans een werk van acht jaren heeft beëindigd ten behoeve van een deel van dat grootere Neder-Saksische land aan beide zijden der rijksgrens, hetwelk mij lief is, worde bij de afsluiting zijner taak de dank gebracht en de waardeering betuigd, die hem in ruime mate toekomen.
J.H. v. H.
2.2. Inleiding
2.3. Lijst van platen
2.4. Alphabetische lijst der in de inleiding opgenomen stamboomen
Supplement 1932-1957 * 
Toelichting. * 
Bijlagen
3.1. Bijlage I
3.2. Bijlage II
Inleiding 'Varia' * 
De naam Varia is gegeven aan een verzameling geschreven en gedrukte stukken die niet geplaatst konden worden in het kader van de gedrukte inventaris. Ze zijn ten dele afkomstig uit schenkingen of aankopen, doch het grootste gedeelte bestaat uit wel uit het archief Bergh afkomstige, doch-zoals gezegd-niet in te delen stukken. De varia zijn opgeborgen in de rechtse charterkast, na het eigenlijke archief van het Huis Bergh. Wegens het heterogene karakter van de varia is niet getracht een systematische indeling te maken, doch zijn de stukken voetstoots beschreven.
Januari 1968
Mr. A.P. van Schilfgaarde
Regesten van oorkonden
Het archief van het Huis Bergh door
Mr. A.P. Van Schilfgaarde
Regestenlijst van oorkonden
Eerste stuk (828-1490)
Verschenen in het jaar MCMXXXII
N.V. Drukkerij G.J. Thieme, Nijmegen
De aanwezige zegels zijn van groene was, voor zooverre niet bij de beschrijving is aangegeven, dat zij van witte, bruine of roode was zijn vervaardigd.
Regesten van brieven
In mijn inleiding tot de Inventaris van het archief van het Huis Bergh, die ik in 1932 schreef, vermeldde ik, dat het in mijn bedoeling gelegen had als eind van de brievenlijst dezelfde datum aan te houden als van de regestenlijst van oorkonden, nl. 6 November 1586, dag van overlijden van graaf Willem IV van den Bergh, doch dat het aantal brieven uit de 16e eeuw zoo groot was, dat het voortzetten van de briefregesten meer tijd en plaatsruimte in beslag zou nemen dan ervoor beschikbaar kon worden gesteld. Om die reden was dan 3 Mei 1511, dag van het overlijden van graaf Willem III van den Bergh, als einddatum genomen.
In den loop der jaren ben ik er in geslaagd ook de briefregesten van 1511- 1586 te voltooien, die thans, omdat drukken te kostbaar zou zijn, in dezen vorm worden gepubliceerd.
De ruim 2000 regesten over de jaren 1511-46, dus van de brieven tijdens de regeering van graaf Oswald II geschreven, zijn in de normale regestenvorm weergegeven, die van het tijdperk van graaf Willem IV, bijna 3500 in aantal, zijn in verkorten vorm vervaardigd. Als achtste stuk volgt een index op de namen, voorkomende in het 3de-7de stuk, met verwijzing naar de nummers der regesten.
Vóór het derde stuk, dat hier volgt, is opgenomen een lijst der inventarisnummers, waarin de regesten te vinden zijn. De meerdere a-nummers zijn weliswaar geheel gelijk aan de respectievelijke nummers zonder deze toevoeging, maar hebben betrekking op stukken uit het Koninklijk Huisarchief (Inv. n. 727 en 1137), die eertijds behoord hebben tot het archief van het Huis Bergh en thans gedeponeerd zijn in laatstgenoemd archief, (zie mijn Inventaris, eerste stuk blz. XI).
Najaar 1952. van Schilfgaarde. * 
Inventaris 'Varia'

Kenmerken

Datering:
1227-1842
Raadpleegbaarheid:
De archieven van Huis Bergh berusten in het muntgebouw bij kasteel Bergh te 's-Heerenberg. Voorzover de documenten niet reeds middels aan de webinventaris gekoppelde scans geraadpleegd kunnen worden, is een bezoek aan de raadpleegruimte in het muntgebouw noodzakelijk. Daartoe dient via het centrale adres van ECAL (tel. 0314-787078) een afspraak gemaakt te worden. Het muntgebouw, (Muntwal 1, 's-Heerenberg) is doorgaans dinsdags op afspraak van 09.00 -16.30 uur toegankelijk
Toegang:
inventaris
Gemeente:
Huis Bergh
Omvang:
180
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
Information obtained from our archives can not be used without crediting the source and our archive must be mentioned at least once in full without abbreviations.
VOLLEDIG/Full:
Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers, Doetinchem. Toegang 0214 Huis Bergh, (828) 1227-1842
VERKORT/Thereafter:
NL-DtcSARA 0214
Archiefvormer(s):
 
Archiefvormer Heren en graven van Bergh