‘Silveren Puppenwerck’ in een kistje van Maria van Nassau door Joosje van Dam (vrijwilliger archief Huis Bergh).

 

zilverwerk-mariaVoor onderzoek naar het aanwezige personeel in de 16de eeuw is het huisarchief van Huis Bergh een onuitputtelijke bron. Tijdens de zoektocht komen er ook archiefstukken langs die meer inzicht geven in de bewoners en de bewoning van een kasteel.
Nu Huis Bergh in de steigers staat en de zalen leeg zijn, is het goed voor te stellen dat het leven op een kasteel in de 16de eeuw lang niet altijd een pretje zal zijn geweest. Kale stenen muren, alleen warmte in de buurt van het vuur, weinig verlichting, en geen comfortabele bankstellen.
Op zoek naar gegevens over bewoning en de hofhouding ten tijde van Maria van Nassau, stuitte ik in het archief op een inventaris uit 1590: ‘Verteikenus dero gerede gueder so der Wolgebaren Frow, Frow Maria, gebaren tho Nassau …..’. Oftewel een gerechtelijk opgemaakte inventaris van bij een weduwe Splinters in bewaring gegeven goederen.
Deze opsomming vermeldt onder meer wandtapijten (tapetzerij), bedden, matrassen en kussens (poluwen), keukengerei, meubels, en verschillende met ‘pitzier’, (zegel) verzegelde kisten.
Wat opvalt is dat er ook ‘item ehen Clave Cijmbell’, een klavecimbel op de lijst voorkomt. Het was niet ongebruikelijk dat er bij de vorstenhuizen een klavecimbel aanwezig was, waar de vrouwen des huizes goed op konden spelen.

 

De regel ‘Item ehen kestien meth silveren puppenwerck dath thogenegeltt iss dith stheett int huijss’ (een kistje met zilveren poppegoed dat dichtgenageld is) trok vooral mijn aandacht. Puppenwerck, of poppegoed, betekende in de 16de en 17de eeuw ‘kleingoed’ of miniatuur. Kennelijk had Maria van Nassau een verzameling zilveren miniaturen, die in een goed gesloten kistje werden bewaard.
Het was rond 1590 niet gebruikelijk om miniatuurzilver in bezit te hebben, daarvoor was het te kostbaar. Eigenlijk konden alleen vorsten het zich veroorloven om zilversmeden opdracht te geven kleine voorwerpen te maken. Vaak werden gebruiksvoorwerpen nagemaakt, waarmee kinderen konden spelen. In een inventaris van de bezittingen van de familie van Nassau op het kasteel te Breda in 1619 wordt ook een ‘dioose met ennich kyndersilverwerck’ genoemd.

 

Waar het zilver van Maria van Nassau is gebleven, is helaas niet bekend. Er is weinig miniatuurzilver uit de 16de eeuw bewaard gebleven. In de 17de en 18de eeuw was het bezitten van miniaturen van zilver algemener, hoewel ook toen slechts de rijken het zich konden veroorloven. Bovendien werd het niet als speelgoed aangeschaft maar als verzamelobject of als inrichting voor een Poppenhuis. Ook tegenwoordig zijn er nog veel liefhebbers die miniatuurzilver verzamelen.
De in de inventaris genoemde goederen maken duidelijk dat het in een kasteel best goed toeven kon zijn, waar muziek werd gemaakt en waar de kinderen zich vermaakten met zilveren poppengoed.