1931 Mette van den Berghe, vrouwe van Bronckhorst en Borcklo, weduwe, verklaart, dat wijlen haar broeder Willem, graaf van den Bergh, aan zijn vrouw slechts ter zake van den kerkgang na de geboorte van hun zoon Oesswalt, heeft gegeven het familiekleinood, bestaande uit een keten van zuiver goud, rijkelijk met diamanten, robijnen en paarlen bezet, ter waarde van 1000 à 1200 guldens.
Opten Fridach post Ascentionis Domini anno etc. XIXo.
a. Oorspr. op papier (Inv. no. 313), met de handteekening van de oorkondster; haar opgedrukte zegel is verloren.
b. Afschrift in Inv. no. 313, fol. 6.
c. Afschrift in Inv. no. 313, fol. 16 verso.